Macintosh_classicEen column voor de website voor de School voor de Journalistiek.

Tien op de schaal van Richter. Tijdens mijn studie journalistiek bevond ik me midden in het epicentrum van de grootste aardbeving in communicatie sinds de uitvinding van de boekdrukkunst. Het was halverwege jaren negentig: de opkomst van internet. Dit schrijf ik overigens in retrospectief, want indertijd viel de geschiedenis vrij ongemerkt  over me heen.

Ook aan de Ravellaan – de journalistieke blokkendoos waar de drie-eenheid papier, koffie en sigaretten regeerde – drong de onbekende wereld druppelsgewijs binnen. Ik herinner me dat ik in de bibliotheek op de eerste etage voor het eerst keer de afslag digitale snelweg nam. Het moet in 1994 geweest zijn, misschien ‘95. Achter de boekenkasten en krantentafel stond een Apple verscholen. Zo’n bruingrijs modelletje van voor de tijd dat think different cool was. Daarmee kon je iets waarover ik steeds meer mensen hoorde praten: ‘op internet gaan’. Hoe dat er precies uitzag? Geen idee. Iemand vertelde me dat je in een balk iets met ‘Ilse’ moest intypen en dat er dan een wereld zou opengaan. Die wereld bleek er tot mijn teleurstelling uit te zien als een slecht vormgegeven telefoonboek. Geen liefde op het eerste gezicht, dat internet.

Dus bouwde ik vol optimisme aan een papieren toekomst. Min of meer bij toeval rolde ik in een stukje van de journalistiek dat ik leuk vond en vind: blaadjes bouwen. En ook toen ik in 2007 mezelf ging verhuren als ondernemer in letters en ideeën bleef papier lang de fundering. Pas een jaar of vijf geleden ben ik serieus digitaal gaan denken, schrijven en experimenteren. Het schrikbeeld om de kolenboer of mijnwerker van de 21ste eeuw te worden, gaf het beslissende zetje. Zoals bij veel noodgedwongen beslissingen beviel het deurtje dat openging veel beter dan verwacht. Online communiceren blijkt interessant, dynamisch en spannend.

Toch ben ik blij dat ik journalistiek ben opgegroeid in het schemergebied tussen off- en online. Dat ik de keuze tussen papier en digitaal heb gehad. Ik vraag me weleens af of voor schrijvende journalistiekstudenten anno nu – stuk voor stuk digtal natives – die keuze nog aan de orde is. De deur naar de papieren media zit potdicht, behalve als je geniaal bent of voor minder dan een Oost-Europese vrachtwagenchauffeur wilt werk. Digitaal is er nog een wereld te winnen, maar hoe, wat en waar blijft de vraag. De stelling dat de School voor Journalistiek mensen opleidt voor het UWV is dan ook best gerechtvaardigd.

Toch ben ik minder somber dan sommige anderen. De twijfelaars –  studenten die voor de SvdJ hebben gekozen omdat ze ‘iets met media willen’ – dicht ik geen positief vooruitzicht toe op de arbeidsmarkt. Zesjes zijn niet meer goed genoeg in een tijd waar informatie overal en vaak gratis is.Maar ik denk en hoop dat er in de journalistiek van de toekomst nog wel ruimte voor die andere groep. Voor de kuifjes, de non-conformisten en andersdenkenden. De ideeënmakers die al die geweldige communicatiemogelijkheden van nu gebruiken om hun verhaal te vertellen. Als je dat soort vrije denkers een zetje in de goede richting kunt geven, heb je als journalistieke opleiding ook de 21e eeuw bestaansrecht. Misschien zelfs nog wel meer dan voor de digitale revolutie.